Beluister en zing mee

Psalm 15

Speel de psalmmelodie.

Psalm 15 - Ritmisch langzaam
Andere audio
Ritmisch
Iso-ritmisch
Audiobestanden en bladmuziek

Ondersteunende bestanden

Download ondersteunende audio en bladmuziek.

Psalm 15

  • Psalmvergelijker

    Vergelijk de Klassiek Eigentijdse Psalmberijming met andere berijmingen of met de onberijmde psalmen:

    Eerste vergelijking
    Tweede vergelijking (optie)

Voor het vergelijken van hele psalmen in verschillende berijmingen adviseren wij je om de desktopversie van onze website te gebruiken.

Klassiek Eigentijdse Psalmberijming(KEP)

Ga naar vers

Berijming 1773

Ga naar vers

Ga naar vers

Klassiek Eigentijdse Psalmberijming (KEP)

  • 1.
    Wie zal verblijven in Uw tent?
    Wie, HEERE, zal bij U verkeren,
    terwijl U groot en heilig bent?
    Wie is het die Uw woning kent?
    Wie mag op Sion U vereren?
  • 2.
    Hij die oprecht en toegewijd
    zijn weg bewandelt met de HEERE.
    In wat hij doet, wat hij belijdt,
    beoefent hij gerechtigheid
    en waarheid om zijn God te eren.
  • 3.
    Hij houdt zich ver van lasterpraat.
    Voor vrienden die dicht bij hem leven,
    is hij oprecht, hij spreekt geen kwaad.
    Hij overlaadt geen mens met smaad,
    die God als naaste heeft gegeven.
  • 4.
    Wie God niet dient, heeft hij veracht;
    maar hij geeft eer aan wie Hem vrezen.
    Wat hij belooft, ook ondoordacht,
    wordt door hem tot het eind volbracht,
    al zou het hem tot schade wezen.
  • 5.
    Hij leent, maar zonder rentelast.
    Geen giften zal hij overwegen
    waarvoor het recht wordt aangetast.
    Wie deze dingen doet, staat vast,
    voor eeuwig vast op al zijn wegen.

Berijming 1773

  • 1.
    Wie zal verkeren, grote God,
    In Uwe tent? Wien zult Gij kronen
    Met zulk een onwaardeerbaar lot,
    Dat hij, bij 't heuglijkst gunstgenot
    Uw heilig Sion moog' bewonen
  • 2.
    Die in zijn wandel zich oprecht
    En wars betoont van valse streken;
    Zijn aandacht aan Uw wetten hecht;
    Zich op de deugd met ijver legt,
    En waarheid met zijn hart blijft spreken.
  • 3.
    Die met zijn tong niet achterklapt;
    Geen kwaad doet aan zijn metgezellen;
    Niet in het spoor van laster stapt;
    Maar, zo men iemands eer vertrapt,
    Dien smaad wil horen noch vertellen.
  • 4.
    Wiens oog verworpenen veracht,
    Maar hen eerbiedigt, die God vrezen;
    Die zich voor roek'loos zweren wacht,
    Doch 't geen hij zweert, getrouw betracht,
    Al zou 't hem ook tot schade wezen.
  • 5.
    Die nooit zijn geld op woeker geeft;
    Die, d' onschuld en het recht genegen;
    Het oog op geen geschenken heeft.
    Wie dus oprecht en deugdzaam leeft,
    Zal nimmer wank'len op zijn wegen.

Berijming 1773

  • 1.
    Wie zal verkeren, grote God,
    In Uwe tent? Wien zult Gij kronen
    Met zulk een onwaardeerbaar lot,
    Dat hij, bij 't heuglijkst gunstgenot
    Uw heilig Sion moog' bewonen
  • 2.
    Die in zijn wandel zich oprecht
    En wars betoont van valse streken;
    Zijn aandacht aan Uw wetten hecht;
    Zich op de deugd met ijver legt,
    En waarheid met zijn hart blijft spreken.
  • 3.
    Die met zijn tong niet achterklapt;
    Geen kwaad doet aan zijn metgezellen;
    Niet in het spoor van laster stapt;
    Maar, zo men iemands eer vertrapt,
    Dien smaad wil horen noch vertellen.
  • 4.
    Wiens oog verworpenen veracht,
    Maar hen eerbiedigt, die God vrezen;
    Die zich voor roek'loos zweren wacht,
    Doch 't geen hij zweert, getrouw betracht,
    Al zou 't hem ook tot schade wezen.
  • 5.
    Die nooit zijn geld op woeker geeft;
    Die, d' onschuld en het recht genegen;
    Het oog op geen geschenken heeft.
    Wie dus oprecht en deugdzaam leeft,
    Zal nimmer wank'len op zijn wegen.

Psalm 15: 'Heilig bij God'

In de tijd van koning David was er nog geen tempel in Jeruzalem en moesten de mensen het doen met een tent, de tabernakel, waarin de ark stond. Tegelijk was men zich ervan bewust dat ook daar God woonde. David begreep dat ook. En dat je niet zomaar bij God kon komen. Je leven zou moeten veranderen. Aan de hand van Gods geboden geeft David in Psalm 15 aan welke mensen God in Zijn nabijheid wil hebben en houden. Onze daden zullen naar Gods geboden moeten zijn, we zullen het juiste taalgebruik hebben te hanteren, op een goede manier met onze naasten hebben om te gaan en eerlijk en oprecht in het leven hebben te staan. Dat is nogal wat! Wie heeft dat van zichzelf?

Het antwoord is: niemand. Ja, één is er geweest die dit volmaakt had en deed. Dat was Jezus, de Zoon van God. Hij is naar de aarde gekomen en heeft onder ons gewoond (Johannes 1:14). Letterlijk staat er in deze tekst dat de Zoon van God onder ons mensen getabernakeld heeft. Hij heeft Psalm 15 vervuld en kan die in ons leven waarmaken. Door de levendmakende Geest die Hij verwierf aan het kruis.

Uitvoeringen Psalm 15

Psalm 15 - Zingen uit de Bron

Psalm 15 - Zingen uit de Bron

Thematische verdieping

Meer verdieping
Bijdragen

Laat een nieuwe generatie zingen

Met jouw financiële steun ontwikkelen we over een periode van meerdere jaren 150 psalmen in klassiek-eigentijdse taal en publiceren we geestelijke liederen waarin het Evangelie van Jezus Christus centraal staat.

Doneer