Beluister en zing mee

Psalm 65

Speel de psalmmelodie.

Psalm 65 - Ritmisch langzaam
Andere audio
Ritmisch
Iso-ritmisch
Audiobestanden en bladmuziek

Ondersteunende bestanden

Download ondersteunende audio en bladmuziek.

Psalm 65

  • Psalmvergelijker

    Vergelijk de Klassiek Eigentijdse Psalmberijming met andere berijmingen of met de onberijmde psalmen:

    Eerste vergelijking
    Tweede vergelijking (optie)

Voor het vergelijken van hele psalmen in verschillende berijmingen adviseren wij je om de desktopversie van onze website te gebruiken.

Klassiek Eigentijdse Psalmberijming(KEP)

Ga naar vers

Berijming 1773

Ga naar vers

Ga naar vers

Klassiek Eigentijdse Psalmberijming (KEP)

  • 1.
    De stilte draagt mijn stem naar boven
    in lofzang, tot Uw eer,
    want alles wat ik U beloofde,
    dat komt U toe, o Heer’.
    Wij hebben niet vergeefs gebeden
    tot U die antwoord geeft,
    U hoort ons roepen hier beneden,
    tot U komt al wat leeft.
  • 2.
    De zwarte schaduw van de zonde,
    van duisternis vervuld,
    verzwolg mij, richtte mij te gronde –
    maar U verzoent mijn schuld.
    Wie U verkiest, mag bij U komen
    en schuilen in Uw huis
    en, in genade aangenomen,
    zelfs wonen bij U thuis.
  • 3.
    O God, in Uw geduchte daden
    deelt zich Uw heil ons mee.
    Op U vertrouwt de hele aarde
    tot aan de verste zee,
    U die de bergen lange jaren
    laat vaststaan, naar Uw wil,
    die ruwe golven laat bedaren,
    en woeste volken stilt.
  • 4.
    Dat elke avond, elke morgen
    de wereld voor U juicht,
    en vol van dank voor al Uw zorgen,
    ons hart zich naar U buigt.
    Het land wordt vruchtbaar door Uw zegen,
    U zorgt dat alles groeit,
    U vult rivieren met Uw regen,
    zodat de akker bloeit.
  • 5.
    Het water sijpelt in de voren,
    de aarde raakt doordrenkt,
    en uit de kluiten kiemt het koren
    dat nieuwe krachten schenkt.
    Een groene sluier van verwachting
    ontluikt onder Uw voet,
    U laat een spoor van zegen achter,
    een land vol overvloed.
  • 6.
    Het landschap lacht, de heuvels stralen
    van groen, de weiden staan
    vol sappig gras, en in de dalen
    beneden ruist het graan.
    De velden zijn bedekt met koren,
    het land is vol van vee,
    de hele schepping laat zich horen,
    en zingt en jubelt mee.

Berijming 1773

  • 1.
    De lofzang klimt uit Sions zalen
    Tot U met stil ontzag;
    Daar zal men U, o God, betalen
    Geloften, dag bij dag.
    Gij hoort hen, die Uw heil verwachten,
    O Hoorder der gebeên,
    Dies zullen allerlei geslachten
    Ootmoedig tot U treên.
  • 2.
    Een stroom van ongerechtigheden
    Had d' overhand op mij;
    Maar ons weerspannig overtreden
    Verzoent en zuivert Gij.
    Welzalig, dien Gij hebt verkoren,
    Dien G' uit al 't aards gedruis
    Doet naad'ren, en Uw heilstem horen,
    Ja, wonen in Uw huis.
  • 3.
    Daar zal ons 't goede van Uw woning
    Verzaden, reis op reis,
    En 't heilig deel, o grote Koning,
    Van Uw geducht paleis.
    Gij, Gij zult vreselijke dingen
    Ons, in gerechtigheid,
    Doen horen, en ons blij doen zingen
    Van 't heil, voor ons bereid.
  • 4.
    O onze God, o vast vertrouwen
    Van 't allerverste land,
    Op Wien al 's aardrijks einden bouwen
    En 't wijdstgelegen strand;
    Gij, die de hemelhoge bergen
    Doet pal staan door Uw kracht,
    Zodat zij vloed en stormen tergen,
    Gij zijt omgord met macht.
  • 5.
    t Gebruis der zee doet Gij bedaren,
    Daar Gij haar golven stilt;
    't Rumoer der volken, als der baren,
    Betoomt Gij, waar Gij wilt.
    Wie d' einden dezer aard' bewonen,
    Aanschouwen, dag aan dag,
    De teek'nen, die Uw almacht tonen,
    Met vrees en diep ontzag.
  • 6.
    Gij geeft, dat d' uitgang van den morgen
    En van den avond juicht,
    En dat men U voor al Uw zorgen
    Ootmoedig dank betuigt.
    Het land bezoekt Gij met Uw zegen,
    En, door U droog gemaakt,
    Verrijkt Gij 't grootlijks weer met regen,
    Die tot den wortel raakt.
  • 7.
    De Godsrivier doet G' overvloeien,
    En op 't bereide land,
    Het nuttig koren welig groeien;
    Uw Goddelijke hand
    Maakt d' opgeploegde voren dronken,
    Tot uit de weke kluit,
    Waar 't dropp'lend nat is ingezonken,
    Gezegend voedsel spruit.
  • 8.
    Uw goedheid kroont de jaargetijen;
    Waar Gij Uw voetstap zet,
    Daar doet Gij 't al ten zegen dijen,
    Daar druipt het al van vet.
    Het woeste veld vangt zelfs die droppen,
    Zijn weide blijft niet droog;
    De heuvels steken blijde toppen
    Met lachend groen omhoog.
  • 9.
    De velden zijn bedekt met kudden;
    De dalen zijn bekleed
    Met halmen, die van zwaarte schudden,
    En lonen 's landmans zweet.
    Zij juichen, elk op zijne wijze;
    Uw eer klimt uit het stof;
    Zij zingen, Uwen naam ten prijze,
    Uw goedheid en Uw lof.

Berijming 1773

  • 1.
    De lofzang klimt uit Sions zalen
    Tot U met stil ontzag;
    Daar zal men U, o God, betalen
    Geloften, dag bij dag.
    Gij hoort hen, die Uw heil verwachten,
    O Hoorder der gebeên,
    Dies zullen allerlei geslachten
    Ootmoedig tot U treên.
  • 2.
    Een stroom van ongerechtigheden
    Had d' overhand op mij;
    Maar ons weerspannig overtreden
    Verzoent en zuivert Gij.
    Welzalig, dien Gij hebt verkoren,
    Dien G' uit al 't aards gedruis
    Doet naad'ren, en Uw heilstem horen,
    Ja, wonen in Uw huis.
  • 3.
    Daar zal ons 't goede van Uw woning
    Verzaden, reis op reis,
    En 't heilig deel, o grote Koning,
    Van Uw geducht paleis.
    Gij, Gij zult vreselijke dingen
    Ons, in gerechtigheid,
    Doen horen, en ons blij doen zingen
    Van 't heil, voor ons bereid.
  • 4.
    O onze God, o vast vertrouwen
    Van 't allerverste land,
    Op Wien al 's aardrijks einden bouwen
    En 't wijdstgelegen strand;
    Gij, die de hemelhoge bergen
    Doet pal staan door Uw kracht,
    Zodat zij vloed en stormen tergen,
    Gij zijt omgord met macht.
  • 5.
    t Gebruis der zee doet Gij bedaren,
    Daar Gij haar golven stilt;
    't Rumoer der volken, als der baren,
    Betoomt Gij, waar Gij wilt.
    Wie d' einden dezer aard' bewonen,
    Aanschouwen, dag aan dag,
    De teek'nen, die Uw almacht tonen,
    Met vrees en diep ontzag.
  • 6.
    Gij geeft, dat d' uitgang van den morgen
    En van den avond juicht,
    En dat men U voor al Uw zorgen
    Ootmoedig dank betuigt.
    Het land bezoekt Gij met Uw zegen,
    En, door U droog gemaakt,
    Verrijkt Gij 't grootlijks weer met regen,
    Die tot den wortel raakt.
  • 7.
    De Godsrivier doet G' overvloeien,
    En op 't bereide land,
    Het nuttig koren welig groeien;
    Uw Goddelijke hand
    Maakt d' opgeploegde voren dronken,
    Tot uit de weke kluit,
    Waar 't dropp'lend nat is ingezonken,
    Gezegend voedsel spruit.
  • 8.
    Uw goedheid kroont de jaargetijen;
    Waar Gij Uw voetstap zet,
    Daar doet Gij 't al ten zegen dijen,
    Daar druipt het al van vet.
    Het woeste veld vangt zelfs die droppen,
    Zijn weide blijft niet droog;
    De heuvels steken blijde toppen
    Met lachend groen omhoog.
  • 9.
    De velden zijn bedekt met kudden;
    De dalen zijn bekleed
    Met halmen, die van zwaarte schudden,
    En lonen 's landmans zweet.
    Zij juichen, elk op zijne wijze;
    Uw eer klimt uit het stof;
    Zij zingen, Uwen naam ten prijze,
    Uw goedheid en Uw lof.

Psalm 65: ‘Een loflied op Gods goedheid’

David is op de berg Sion als hij stil valt voor God. Een lofzang welt in hem op. Hij ervaart dat God een hoorder van het gebed is en een God die vergeeft, hoe erg je ook tegen Hem gezondigd hebt. Wat ben je goed af als je bij de Hem schuilen mag in Zijn heiligdom. Er is heel wat te beleven en te ontvangen in de nabijheid van God. Hij is het vertrouwen van ons hart meer dan waard. En hoe groot is Zijn macht en Zijn kracht in het rijk van de natuur. Dat schiep God, maar Hij houdt het ook vast. Hij zorgt ervoor op een indrukwekkende manier. David ziet de hand van God zelfs op en in de landerijen. Velden en dalen bezingen de goedheid van God. Als je er maar ogen en oren voor hebt.

Wat wil God veel voor ons betekenen! Heb je last van je zonden? Ga naar Hem, want Hij wil je ervan afhelpen om Jezus’ wil. Zijn er zorgen in je leven? Hij is een God die gebeden hoort en verhoort. Zou je wel eens wat van God willen zien? Kijk dan om je heen in het rijk van de natuur. Als je goed kijkt, zie je overal sporen van Gods goedheid en zorg. Als Hij voor de kleinste dieren zorgt, zou Hij het dan ook niet voor jou willen doen? Laten we ons vertrouwen op Hem stellen!

Uitvoeringen Psalm 65

Psalm 65 - Zingen uit de Bron

Psalm 65 - Zingen uit de Bron

Thematische verdieping

Meer verdieping
Bijdragen

Laat een nieuwe generatie zingen

Met jouw financiële steun ontwikkelen we over een periode van meerdere jaren 150 psalmen in klassiek-eigentijdse taal en publiceren we geestelijke liederen waarin het Evangelie van Jezus Christus centraal staat.

Doneer