Beluister en zing mee

Psalm 34

Speel de psalmmelodie.

Psalm 34 - Ritmisch langzaam
Andere audio
Ritmisch
Iso-ritmisch
Audiobestanden en bladmuziek

Ondersteunende bestanden

Download ondersteunende audio en bladmuziek.

Psalm 34

  • Psalmvergelijker

    Vergelijk de Klassiek Eigentijdse Psalmberijming met andere berijmingen of met de onberijmde psalmen:

    Eerste vergelijking
    Tweede vergelijking (optie)

Voor het vergelijken van hele psalmen in verschillende berijmingen adviseren wij je om de desktopversie van onze website te gebruiken.

Klassiek Eigentijdse Psalmberijming(KEP)

Ga naar vers

Berijming 1773

Ga naar vers

Ga naar vers

Klassiek Eigentijdse Psalmberijming (KEP)

  • 1.
    Ik zal te allen tijd
    de HEERE loven met mijn stem.
    Voortdurend roemt mijn ziel in Hem,
    als ik Zijn Naam belijd.
    Wie in zachtmoedigheid
    dit blij vernemen in hun nood -
    kom, maak de HEERE met mij groot,
    verhoog Zijn Naam altijd!
  • 2.
    Toen ik de HEERE vroeg,
    gaf Hij mij antwoord op mijn klacht.
    Hij redde mij, zodat Zijn kracht
    mijn bange vrees verjoeg.
    Zij zagen uit naar Hem,
    verheugd zijn zij naar God gegaan.
    Hij heeft hen niet beschaamd doen staan,
    Hij hoorde naar hun stem.
  • 3.
    Ellendig en benauwd
    riep ik tot God, Hij heeft gehoord.
    Hij geeft steeds Zijn bevrijdend woord
    aan wie op Hem vertrouwt.
    Van alle kanten staat
    de engel van de HEERE klaar.
    Hij die God vreest, wordt in gevaar
    gered van al het kwaad.
  • 4.
    Proef hoe Zijn goedheid smaakt,
    zie wat de HEERE voor u doet.
    Wie schuilt bij Hem in tegenspoed,
    wordt door Hem Zelf bewaakt.
    U, die vertrouwt op God,
    vrees Hem van Wie u alles krijgt.
    Zelfs als voor leeuwen honger dreigt,
    hebt u aan niets tekort.
  • 5.
    Hoor, kinderen, naar mij.
    Ontzag voor God leer ik je aan.
    Wie wil er door het leven gaan,
    gezegend en ook blij?
    Let dan op wat je zegt,
    bewaar je mond voor leugenpraat.
    Wees op je hoede voor het kwaad,
    zoek vrede, wees oprecht.
  • 6.
    De HEERE richt Zijn oog
    op wie rechtvaardig voor Hem leeft.
    Hij hoort wie Zijn hulp nodig heeft,
    die roepen naar omhoog.
    Maar Hij ziet toornig neer
    op hen die vol zijn van het kwaad.
    Hij zorgt dat zelfs hun naam vergaat,
    en niemand kent hen meer.
  • 7.
    De HEERE hoort hun klacht,
    verlost uit al wat hen verwart.
    Hij heelt gebrokenen van hart,
    Hij geeft verdrukten kracht.
    Wie eerlijk is, ervaart
    dat God uit al het kwade redt,
    en Hij, Die op zijn leven let,
    zijn beenderen bewaart.
  • 8.
    Het kwaad leidt tot de dood.
    Wie goddeloos zijn wegen gaat,
    rechtvaardigen vervolgt en haat -
    zijn schuld voor God is groot.
    Maar Hij verlost, behoudt
    de ziel van elk die bij Hem hoort.
    Hij spreekt hem vrij die naar Zijn woord
    geheel op Hem vertrouwt.

Berijming 1773

  • 1.
    Ik loof den HEER, mijn God;
    Mijn zang klimm' op naar 't hemelhof;
    Mijn mond zing' eeuwig tot Zijn lof,
    Om mijn gelukkig lot.
    Mijn ziel, loof d' Opperheer;
    't Zachtmoedig volk zal 't straks verstaan,
    Door vreugd met u zijn aangedaan,
    En juichen tot Zijn eer.
  • 2.
    Komt, maakt God met mij groot;
    Verbreidt, verhoogt, met hart en stem,
    Den nooit volprezen naam van Hem,
    Die ons behoedt in nood.
    Ik zocht in mijn gebed
    Den HEER, ootmoedig met geween;
    Hij heeft mij in angstvalligheên
    Geantwoord, mij gered.
  • 3.
    Zij sloegen 't oog op God;
    Zij liepen als een stroom Hem aan.
    Hij liet hen nimmer schaamrood staan,
    En wendde straks hun lot.
    Hij die door smart op smart
    Gedrukt werd, zond tot God zijn beê;
    Terstond verdween 't ondraagbaar wee,
    Uit zijn benepen hart.
  • 4.
    Des HEEREN engel schaart
    Een onverwinb're hemelwacht,
    Rondom hem, die Gods wil betracht;
    Dus is hij wèl bewaard.
    Komt, smaakt nu en beschouwt
    De goedheid van d' Alzegenaar.
    Welzalig hij, die, in gevaar,
    Alleen op Hem betrouwt.
  • 5.
    Vreest, vreest Hem t' allen tijd',
    Gij, heiligen, daar g' ondervindt,
    Dat hij, die God vreest en bemint,
    Gebrek noch schade lijdt.
    In honger komt noch moed,
    Noch kracht den jongen leeuw te baat,
    Maar die den HEER zoekt vroeg en laat,
    Mist nimmer 't nodig goed.
  • 6.
    Komt, kind'ren, hoort naar mij;
    Neem mijn' getrouwen raad in acht;
    Ik leer, opdat g' uw plicht betracht,
    Wat 's HEEREN vreze zij.
    Hebt gij in't leven lust,
    In dagen, waar men 't goed' in ziet,
    Waarin men vrij is van verdriet,
    Waar niets ons heil ontrust?
  • 7.
    Houdt dan uw tong in toom;
    Dat zij nooit schand'lijk spreek' of smaal';
    Dat nooit bedrog of leugentaal
    Op uwe lippen koom'.
    Betreedt het rechte spoor;
    Veracht het kwaad; jaagt naar den vreê.
    God ziet de vromen, en hun beê
    Geeft Hij altoos gehoor.
  • 8.
    God slaat een gram gezicht
    Op bozen, die Hem tegenstaan;
    Hij doet hun naam met hen vergaan
    Door 't hoogste strafgericht.
    Maar Hij ziet gunstig neer
    Op hem, die naar Zijn wetten leeft;
    God is het, Die hem uitkomst geeft,
    Zijn groten naam ter eer.
  • 9.
    God is 't verbroken hart,
    't Verbrijzeld en bedrukt gemoed,
    Te allen tijd' nabij en goed,
    In tegenheid en smart.
    Veel wederwaardigheên,
    Veel rampen zijn des vromen lot;
    Maar uit die alle redt hem God;
    Hij is zijn heil alleen.
  • 10.
    God zorgt, als 't leed genaakt,
    Dat hij niet gans ternederstort';
    Dat hem geen been gebroken word';
    't Is God, die hem bewaakt.
    De snode boosheid baart
    Den goddeloze vloek en dood;
    Daar hij, die d' onschuld stout verstoot,
    Zelf schuldig wordt verklaard.
  • 11.
    De HEER verlost en spaart
    Zijn volk, dat op Zijn hulp vertrouwt.
    Het zal, door Hem in gunst beschouwd,
    Niet schuldig zijn verklaard.

Berijming 1773

  • 1.
    Ik loof den HEER, mijn God;
    Mijn zang klimm' op naar 't hemelhof;
    Mijn mond zing' eeuwig tot Zijn lof,
    Om mijn gelukkig lot.
    Mijn ziel, loof d' Opperheer;
    't Zachtmoedig volk zal 't straks verstaan,
    Door vreugd met u zijn aangedaan,
    En juichen tot Zijn eer.
  • 2.
    Komt, maakt God met mij groot;
    Verbreidt, verhoogt, met hart en stem,
    Den nooit volprezen naam van Hem,
    Die ons behoedt in nood.
    Ik zocht in mijn gebed
    Den HEER, ootmoedig met geween;
    Hij heeft mij in angstvalligheên
    Geantwoord, mij gered.
  • 3.
    Zij sloegen 't oog op God;
    Zij liepen als een stroom Hem aan.
    Hij liet hen nimmer schaamrood staan,
    En wendde straks hun lot.
    Hij die door smart op smart
    Gedrukt werd, zond tot God zijn beê;
    Terstond verdween 't ondraagbaar wee,
    Uit zijn benepen hart.
  • 4.
    Des HEEREN engel schaart
    Een onverwinb're hemelwacht,
    Rondom hem, die Gods wil betracht;
    Dus is hij wèl bewaard.
    Komt, smaakt nu en beschouwt
    De goedheid van d' Alzegenaar.
    Welzalig hij, die, in gevaar,
    Alleen op Hem betrouwt.
  • 5.
    Vreest, vreest Hem t' allen tijd',
    Gij, heiligen, daar g' ondervindt,
    Dat hij, die God vreest en bemint,
    Gebrek noch schade lijdt.
    In honger komt noch moed,
    Noch kracht den jongen leeuw te baat,
    Maar die den HEER zoekt vroeg en laat,
    Mist nimmer 't nodig goed.
  • 6.
    Komt, kind'ren, hoort naar mij;
    Neem mijn' getrouwen raad in acht;
    Ik leer, opdat g' uw plicht betracht,
    Wat 's HEEREN vreze zij.
    Hebt gij in't leven lust,
    In dagen, waar men 't goed' in ziet,
    Waarin men vrij is van verdriet,
    Waar niets ons heil ontrust?
  • 7.
    Houdt dan uw tong in toom;
    Dat zij nooit schand'lijk spreek' of smaal';
    Dat nooit bedrog of leugentaal
    Op uwe lippen koom'.
    Betreedt het rechte spoor;
    Veracht het kwaad; jaagt naar den vreê.
    God ziet de vromen, en hun beê
    Geeft Hij altoos gehoor.
  • 8.
    God slaat een gram gezicht
    Op bozen, die Hem tegenstaan;
    Hij doet hun naam met hen vergaan
    Door 't hoogste strafgericht.
    Maar Hij ziet gunstig neer
    Op hem, die naar Zijn wetten leeft;
    God is het, Die hem uitkomst geeft,
    Zijn groten naam ter eer.
  • 9.
    God is 't verbroken hart,
    't Verbrijzeld en bedrukt gemoed,
    Te allen tijd' nabij en goed,
    In tegenheid en smart.
    Veel wederwaardigheên,
    Veel rampen zijn des vromen lot;
    Maar uit die alle redt hem God;
    Hij is zijn heil alleen.
  • 10.
    God zorgt, als 't leed genaakt,
    Dat hij niet gans ternederstort';
    Dat hem geen been gebroken word';
    't Is God, die hem bewaakt.
    De snode boosheid baart
    Den goddeloze vloek en dood;
    Daar hij, die d' onschuld stout verstoot,
    Zelf schuldig wordt verklaard.
  • 11.
    De HEER verlost en spaart
    Zijn volk, dat op Zijn hulp vertrouwt.
    Het zal, door Hem in gunst beschouwd,
    Niet schuldig zijn verklaard.

Psalm 34: 'Een intiem lied op de liefdevolle zorg van God'

David is vol van de ondervonden goedheid van God. Daarom roept hij de mensen om zich heen op om met hem de HEERE te loven. David heeft God gezocht. Die heeft geantwoord en hem uit al zijn benauwdheden verlost. Daar werden zelfs engelen bij ingezet. Hoe gelukkig ben je als je tot de HEERE de toevlucht neemt. Vanuit het gevonden geluk spoort David anderen aan om het ook te zoeken. Hij wil anderen de vreze des Heeren leren, de met liefde verbonden eerbied voor God. Dat vraagt wel concrete keuzes in je leven, bijvoorbeeld voor je taalgebruik en je omgang met mensen. Hoe heerlijk als de HEERE je God is. Zijn ogen zullen dan altijd op je rusten. Niet dat een kind van God zijn betekent dat je altijd voorspoed hebt. Gods kinderen gaan er in hun leven soms diep doorheen. Maar tenslotte komt het toch goed met hen. Omdat God eeuwig goed voor hen is.

We zijn echt goed af als de ogen van God in Jezus Christus op ons rusten. Hij weet precies wat we nodig hebben en dat geeft Hij ook. Kinderen van God verlangen naar een heilig leven. Ook daarvoor geeft de HEERE Zijn genade. In dit leven wordt niet alles opgelost en opgeruimd wat moeilijk en ingewikkeld is. Maar wie gelooft wordt ooit uit dit alles gered, door de Redder Jezus Christus.

Uitvoeringen Psalm 34

Psalm 34 - Zingen uit de Bron

Psalm 34 - Zingen uit de Bron

Thematische verdieping

Meer verdieping
Bijdragen

Laat een nieuwe generatie zingen

Met jouw financiële steun ontwikkelen we over een periode van meerdere jaren 150 psalmen in klassiek-eigentijdse taal en publiceren we geestelijke liederen waarin het Evangelie van Jezus Christus centraal staat.

Doneer